Dag 13, woensdag 31 mei
Door: Arie jr
Blijf op de hoogte en volg Arie
31 Mei 2017 | Frankrijk, Charroux
Vanmorgen hebben we heerlijk ontbeten in de tuin voor onze pipowagen. Onze gastvrouw - die toevallig niet Mammalou heet maar een gepensioneerde oude dame is (om eventuele insinuaties van een wilde nacht weg te nemen) - verwende ons, arme pelgrims, op: zelfgebakken baguette en warme brioche, zelfgemaakte jam (3 soorten), aardbeien uit de tuin, en een kersenclafoutis. Nou, deze pelgrim wilde nog wel een paar dagen blijven om van deze geneugten te genieten. Maar onze Orde riep ons tot de orde, we hadden een doel te verwezenlijken. En dus stapten we weer op onze zadels. We bezochten Poitiers, een prachtige historische stad. De kerk de Notre Dame is een pronkstuk van Romaanse bouw uit de 11/12e eeuw: kleurigen pilaren en wanden, mooie schilderingen, prachtig van eenvoud. Ik sprak in de kerk een aardig Frans gidsenmeisje dat een groep bejaarden rondleidde. Het duurde even voordat iedereen in de banken zat voor haar verhaal en ondertussen zei ik tegen haar dat dit de mooiste Romaanse kerk was die ik tot nu toe was tegengekomen op onze pelgrimage. Ze pakte mijn arm en was heel blij dat te horen. Chauvinistisch zijn ze, die Fransen. Ze vroeg waar ik vandaan kwam en toen ik vertelde dat ik met mon père fietsend uit NL kwam, vertelde ze dat tegen haar groep waarna iedereen begon te klappen. Hierna wilde we een 4e eeuws baptisterium bezoeken, één van de oudste vroeg-Christelijke gebouwen, maar dat was helaas gesloten. Jammer, ik had het graag willen zien. Na het verlaten van Poitiers volgde een lichtglooiend en afwisselend landschap met bosjes, akkers met klaver en koolzaad, graanvelden en kleine dorpen. Ook kwamen we oude abdijen en prachtige kastelen tegen. Aan het eind van de dag, tegen 16 uur, hadden we al weer ruim 75 km geklokt en ik zei tegen mijn vader dat we het stadje hadden bereikt waar we de avond van te voren onze chambre d'hôte hadden geboekt. Lekker vroeg dit keer, dus we verheugden ons op wat pinten bier op een terras. Wat bleek, alles gesloten, dooie boel. Alsof het Boek der Openbaringen zich hier had voltrokken. Twee jonge rondhangende locals bevestigden dat alles dicht was en dat er ook niets open ging in de avond. We maakten ons zorgen over onze avondmaaltijd. Wat bleek, ik durf het bijna niet te bekennen, we zaten in het verkeerde stadje.... Dit ging mij een biertje kosten, ter genoegdoening van mijn medepelgrim. We moesten nog 15 km door, maar daar draaiden we onze hand niet voor om. We zitten nu in Charroux, pal tegen de resten van een oude abdij, die in de Middeleeuwen 25.000 pelgrims trok. De abdij had relikwieën van wel 100 heiligen - wie weet waren hier de edele delen van St. Claude wel terechtgekomen - met als meest bijzondere een splinter van het kruis van Christus. De abdij is tijdens de Franse Revolutie helaas vernietigd en is nu als ruïne te bezichtigen. Het restaurant waar we aten was opgebouwd uit stenen van de abdij. Het eten en de wijn waren verrukkelijk!